Carpaccio

Zelf carpaccio maken hoeft niet moeilijk te zijn. Als je hiervoor mooie ossenhaas gebruikt mogen de plakjes soms ook iets dikker zijn. Vraag de slager om een smal stuk ossenhaas dat snijdt het makkelijkst. Of koop carpaccio gewoon in de winkel. Een klassiek voorgerechtje, leuk en lekker om eens helemaal zelf te maken.

Carpaccio

Wat heb je nodig:

• Kaasrasp, geen in huis? Je shopt hem hier!
• Diepvries

Hoe maak je carpaccio:

1. Leg het stuk ossenhaas 2-3 uur in de diepvries, zodat het gedeeltelijk bevriest.
2. Leg het vlees op een plank en snijd het met een scherp mes in zo dun mogelijke plakjes. De slager kan dit eventueel ook voor je doen, dat is net zo makkelijk.
3. Leg de plakjes op een bord en dek deze af met huishoudfolie en bewaar het tot gebruik in de koelkast. Ze ontdooien echt super snel.
4. Klop een dressing van de olie en azijn en breng op smaak met peper en zout (dressing).

Serveren:

1. Haal het bord 30 minuten voor gebruik uit de koelkast, dan kan het vlees op temperatuur komen en wordt de smaak veel lekkerder.
2. Maak bij dit gerecht gebruik van de volgende heerlijke dressing voor door de rucola of veldsla.
3. Leg een klein hoopje van de rucola met dressing op het bord, beleg deze met de plakjes carpaccio.
4. Klop vlak voor het serveren de dressing nog even door en druppel deze over de carpaccio.
5. Schaaf met de kaasrasp de kaas dun over het vlees. Strooi de pijnboompitten over het bord, serveer eventueel nog met een paar blaadjes rucola of veldsla erbovenop.
   Optioneel: voeg nog een paar olijfjes of kappertjes toe, ook lekker met een wasabi mayonaise.

Tip om het jezelf nog makkelijker te maken: vind je het zelf snijden van de ossenhaas teveel moeite, vraag dan aan de slager of hij dit voor je doet! Je kan ook kant en klare verpakkingen kopen, dat maakt het nog makkelijker 😉

Smullen van deze heerlijke carpaccio: een ideaal voorgerechtje voor bij een diner!